BEN POOLE - WESPELAAR - 21/08/15

Artiest info
website  
 

WESPELAAR - 21/08/15

Recensie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor hij aan een solo carrière begon speelde Ben twee jaar in de band van Dani Wilde. In 2011 kwam Ben Poole voor de eerste keer naar het Europese vaste land om in Nederland een zeven tal optredens te doen. Ik had van deze tweeëntwintig jarige knaap al veel goeds gehoord en was dus zeer nieuwsgierig. Op 9 oktober trok ik naar de Bluesgaraasj in Geleen om te kijken en te luisteren of al dat goeds niet overdreven was. Dadelijk werd ik overrompeld door de muziek die Ben Poole, Barry Pethers en Alan Taylor daar lieten horen. Ook de EP met vijf nummers klonk heel verfrissend en straalde heel wat energie uit. Het was vrij vlug duidelijk dat Ben een zeer getalenteerd gitarist was en dat hij met de formidabele Barry Pethers op zijn vijf snaren bas en de jonge energieke Alan Taylor, die heerste over zijn drumstel een geweldige ritmesectie bij zich had. In 2011 werd Ben genomineerd voor de British Blues Awards in de categorie beste jonge blues artiest en 'Everything I Want' als beste originele blues song. Op 8 maart 2012 verscheen zijn eerste full album 'Let's Go Upstairs'. Ben kreeg regelmatig de vraag van fans wanneer er een live album zou verschijnen en had daar wel oren naar. Op 31 oktober 2013 mocht Ben Poole in de Royal Albert Hall optreden en dat leek hem de geschikte plaats om er opnames te maken. Ben Poole bracht eind vorig jaar dit album ’Live At The Royal Albert Hall’ uit. Hierover straks meer. Bij ons aan tafel, Ben Poole, de up-coming UK Blues gitarist, zoals hij genoemd wordt, één van de besten uit Europa sinds jaren.


Ik volg je al vanaf de eerste keer dat je naar het Europese vaste land kwam. Het was in oktober 2011 in café De Canadees in Asten dat ik je voor de eerste maal bezig zag.  Je blies me toen meteen van mijn stoel. Je had een goede stem en was een erg sterke gitarist. Ook je ritme sectie met Barry Pethers en Alan Taylor was geweldig. Sindsdien is er heel wat veranderd he. Van die drie man band van toen is er behalve jij niemand meer over.

Er zijn een heleboel drieman bluesrock bands en ik wilde met een extra persoon toch nog iets toevoegen aan mijn muziek. Ik wil een breder spectrum van muziek spelen. Als je naar mijn eerste eigen nummers luistert en daarna de recentere songs dan hoor je onmiddellijk het verschil. En de keys in die muziek zijn voor mij een hele verrijking.

Inderdaad, op dat moment had je alleen een EP met vijf songs op. Als ik die nummers vergelijk met de songs op je eerste studio album 'Let's Go Upstairs' uit 2012 dan merk je pas welke grote verandering er is geweest in je muziek op die korte periode. Van pure bluesrock in het begin naar meer gevarieerde blues met veel soul,funk en jazz invloeden.

Inderdaad, ik probeer alle richtingen wat uit, omdat ik niet graag in een bepaald hokje gezet word. Veel mensen noemen mijn muziek nog steeds bluesrock, maar het is zoveel meer. Er zit natuurlijk blues in, maar ook funk, soul en er zijn zelfs jazzy en pop invloeden. Natuurlijk blijft de gitaar en de sterke riffs heel belangrijk in mijn muziek want ik hou van op de gitaar te spelen. De gitaar was mijn eerste liefde. Ondertussen blijf ik ook oefenen om mijn stem te verbeteren en om zodoende met nog meer gevoel en passie te kunnen zingen.

Je verandert je eigen songs ook voortdurend. Bijvoorbeeld 'Hanging In The Balance' klonk helemaal anders dan we vroeger gewend waren. Toen speelde je de eerste helft akoestisch en daarna pas elektrisch.

We proberen steeds te verbeteren en te improviseren. Dat houdt het op het podium ook spannend voor ons en dan komen er soms heel leuke dingen te voorschijn. Vandaag hadden wij het erg naar onze zin en het publiek reageerde heel enthousiast. Op die momenten kan je als muzikant steeds iets meer. Bij ons is een set ook nooit op voorhand vastgelegd. We zien hoe de reactie van het publiek is en dan improviseren we, dan maken we van een nummer een extra lange song, door een langere gitaar solo of keyboard solo toe te voegen. Een andere keer korten we iets in. Graig, Steve, Matt zijn erg sterke muzikanten en wij begrijpen elkaar zo goed, dat improviseren geen probleem is.

Je bent een begenadigd songschrijver. De meeste nummers komen van jouw hand. Komen ze voort uit persoonlijke ervaringen?

Ja, de meeste van mijn teksten gaan over persoonlijke ervaringen en gevoelens.

Gaat het schrijven je goed af?

Neen, het is niet zo gemakkelijk. Af en toe, heb ik momenten dat ik wel inspiratie heb en dan moet ik die momenten ten volle benutten. Dan neem ik dadelijk de akoestische gitaar en ga er vol voor. Spijtig genoeg krijg ik niet teveel van die momenten, maar hopelijk betert dit wel in de toekomst.

Door welke artiesten ben je het meest geïnspireerd?

Door heel veel, hoeveel tijd heb je? Laat ons beginnen met mijn gitaar idolen Jimi Hendrix, Jeff Healey, Gary Moore, Stevie Ray Vaughan en Eric Clapton. Verder nog Otis Redding, Marvin Gaye, James Morrison, Ritchie Kotzen, Henrik Freischlader. Zo kan ik nog lang doorgaan.

Je speelde al samen met sommige namen die je juist noemde.

Inderdaad, onder andere met Gary Moore, Jeff Beck en Kenny Wayne Sheppard

Kreeg je ooit een belangrijke raad van een idool of andere muzikant?

Iemand die ik nooit zal vergeten en waardoor ik zo beïnvloed ben is Gary Moore. Hij gaf mij indertijd een zeer goede en wijze raad. Hij vertelde me om naar Eric Clapton en Peter Green te luisteren want dat waren voor Gary zelf de toppers. Gary vroeg me om te luisteren naar de muziek van Eric en Peter, maar ik moest vooral luisteren naar wat ze niet speelden. Naar de frasering en de ruimte die ze lieten in hun gitaar spel. Dit is de belangrijkste raad die ik ooit gekregen heb en ik ben Gary daar nog steeds dankbaar voor.

Ook de covers die je speelt weet je zorgvuldig uit te kiezen. Je geeft ze ook meteen een heel andere sound. 'Mr. Pitiful' geef je iets minder soul en iets meer rock. 'I'm Gonna Tear Your Playhouse Down' lijkt ook niet op de grote hit van Paul Young. Eerder op het origineel van Ann Peebles en van het soul nummer 'Losing You' van The Tempations heb je een pareltje van een bluesrock song gemaakt. Hoe begin je daar aan?

Eigenlijk denk ik daar niet teveel over na. De covers die we spelen zijn songs die ik erg graag hoor en wanneer ik beslis om ze te coveren, dan probeer ik een paar keren die song te spelen op de manier zoals ik het nummer beleef en aanvoel. Soms lukt dat erg goed, soms ook minder. Met een sterk nummer kan je veel richtingen uit.

Je laatste album is een live album uit 2014.,’Live At The Royal Albert Hall’. Vertel daar eens meer over want het moet toch een jongensdroom zijn om in deze historische muziek tempel te mogen spelen.

Het was mijn tweede keer en het is telkens een geweldige ervaring om te spelen in dat historisch gebouw, waar zoveel grote namen op het podium stonden. Het eigenaardige is dat het nooit ons plan was, om van dat optreden een live album uit te brengen. BBC 4 had het optreden opgenomen om één of een paar nummers te brengen tijdens de Paul Jones show, het grootste blues programma op de radio. Ik hoorde op de radio een paar nummers en was er heel tevreden over. Even daarna nam ik contact op met de man die de opnames gemaakt had en vroeg of ik de hele set mocht horen. Op een paar songs na klonken die opnames perfect. Daarna had ik een gesprek met Alan Robinson, de baas van Manhaton Records, en vroeg hem of het geen goed idee zou zijn om van dat optreden een live album uit te brengen. Naar mijn gevoel waren de opnames zo goed omdat we heel relax en zonder druk op dat podium stonden.

Dit was je eerste album voor Manhaton records. Een bekend label met heel wat grote namen in hun stal, zoals King King, Robin Trower en Eric Bibb. Heb je meer mogelijkheden nu je bij dat label bent?

Ik ben heel blij dat ik bij Manhaton Records ben. Het is misschien niet het grootste label, maar ik voel mij er prima en heb een uitstekende band met de mensen die er werken. De baas Alan Robinson, mijn producer Wayne Proctor en ikzelf hebben dagelijks of wekelijks contact met elkaar. We voelen elkaar goed aan en hebben dezelfde visie over hoe het verder moet en in welke richting we moeten evolueren.

Je hebt heel veel getourd de laatste twee jaar. Welk optreden zal je altijd bijblijven? Ik vond de Highlands 2013 wel de max.

Inderdaad, dat was een goed optreden. Het was mijn eerste optreden met backing vocals en met Bob Fridzema op Hammond. Glastonburry waar ik al een paar keer speelde zal ik zeker nooit vergeten. Dit is echt een fantastisch festival. Het Download Festival in Doncaster 2010 was één van mijn eerste optredens op een groot festival en mijn eerste festival in Amerika voor 10.000 mensen was ook een geweldige ervaring.

Na een paar festivals in Engeland, heb je voor je naar Wespelaar kwam nog een week in de gerenomeerde Superfly studio's gezeten om te werken aan het nieuwe album. Kan je ons daar al wat meer over vertellen?

Het is zo spannend. De eerste gesprekken over dit album tussen mij en Wayne Proctor dateren al van mei 2013. Graig Bacon, Barry Pethers en ik hadden samen met King King een optreden in Duitsland, de juiste plaats herinner ik me niet meer. Na het optreden zaten Wayne en ik aan de bar en begonnen met elkaar te praten. Wayne had genoten van ons optreden en hij vroeg om samen met hem te gaan praten met Alan Robinson van Manhaton Records om een album op te nemen. Nu twee en een half jaar later zijn we er eindelijk aan begonnen. Het is erg spannend voor Wayne en mij, maar het loopt erg vlot en de sfeer in de studio is super en heel positief. Maandag komt Aynsley Lister een track inspelen en in de loop van de week komen er nog een paar gasten langs. Wat we al opgenomen hebben klinkt echt geweldig en we hopen het album uit te brengen eind januari 2016.

Allemaal eigen nummers?

Het is een mix van eigen nummers, songs die ik samen met vrienden schreef, covers en ook songs van andere songwriters. We hebben gezocht naar de beste songs. Wie die nummers geschreven heeft is niet zo belangrijk, de kwaliteit van het nummer was het enige dat telde. Het is een combinatie van rock, blues en soul. Je vind er invloeden terug van Robert Cray, Jonny Lang, John Mayer en James Morrison.

Ik kan nauwelijks wachten om het te beluisteren.

Ik vind het momenteel heel spannend, maar ik kan wel wachten. Wayne en ik hebben zoveel plezier in de studio, dat we het spijtig zouden vinden, moest het album nu al klaar zijn. We zijn nog even gerust, want er is nog heel wat werk te doen.

In je setlist van daarnet zaten al een paar nieuwe nummers.

Inderdaad, 'Time Might Never Come' en 'Stay At Mine' zijn twee songs die je op het nieuwe album zal terug vinden.

Mag ik je ook iets persoonlijks vragen? Hebben die noten op je rechter bovenarm een speciale betekenis?

Dat is de muziek van 'Voodoo Chile' van Jimi Hendrix. Op de binnenkant van mijn beide voorarmen heb ik de tekst laten tatoeëren. Deze song heeft me vanaf het eerste moment geraakt en het is nog steeds één van mijn favoriete nummers. Het is toch de max als je Jimi hoort spelen op zijn strat,  in combinatie met de Wah Wah pedaal en een Marshall versterker. Het raakt me nog elke keer.

Bedankt voor het interview. Veel succes met het concert, met het nieuwe album en met alles wat je nog wil verwezenlijken.

Walter Vanheuckelom

meer foto's © Rootstime